Zon, wind en opslaghub
Als ontwikkelaar van een zonnepark wil ik weten wat mijn aansluitmogelijkheden zijn
Conclusie
Het recht op een aansluiting of verzwaring van een bestaande aansluiting is absoluut. Voor aansluitingen van ten hoogste 10 MVA moet de aansluiting altijd op het dichtstbijzijnde punt in het net worden gerealiseerd. Voor aansluitingen groter dan 10 MVA kan hier onder omstandigheden van worden afgeweken.
Uitgebreide onderbouwing
Bij een elektriciteitsaansluiting moet worden gedacht aan een fysieke aansluiting. Het gaat om de materialen die nodig zijn om een eindafnemer aan het net te verbinden. Het recht op een aansluiting moet worden onderscheiden van het recht op transport van energie. Het recht op een aansluiting is absoluut: een eindafnemer (klein of groot) heeft te allen tijde recht op een aansluiting.[1] Het recht op transport van energie is niet absoluut.[2] De aansluiting wordt bewerkstelligd door de netbeheerder, die hiervoor kosten mag rekenen.[3] De regels omtrent een aansluiting zijn ook van toepassing op verzwaring van een reeds bestaande aansluiting.[4]
Iedere afnemer heeft recht op een aansluiting op het door de afnemer gewenste spanningsniveau, tenzij dit om technische redenen redelijkerwijs niet van de netbeheerder kan worden verlangd.[5] Van dat laatste is onder meer sprake als de netbeheerder over moet gaan tot aanmerkelijke extra investeringen in het net om de aansluiting op het afwijkende spanningsniveau te realiseren. Deze uitzondering moet strikt worden uitgelegd.[6]
Bovendien geldt dat iedere afnemer recht heeft om te worden aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net.[7] Een uitzondering hierop is dat aansluitingen met een capaciteit groter dan 10 MVA (grootverbruikersaansluitingen) ook verder weg mogen worden aangesloten door de netbeheerder, wanneer op het dichtstbijzijnde punt niet voldoende aansluitcapaciteit beschikbaar is.[8] Hierbij mag de netbeheerder ook rekening houden met de gecontracteerde aansluitcapaciteit (voor een transportweigering is contractuele congestie daarentegen géén weigeringsgrond).[9] Als een netbeheerder betoogt dat er op het net geen capaciteit beschikbaar is om een bestaande aansluiting te verzwaren, ligt het volgens de rechter bovendien op de weg van de verzoeker om aan te tonen dat er wel voldoende netcapaciteit zou zijn, hetgeen niet eenvoudig zal zijn.[10]
Een aansluiting voor elektriciteit wordt door de netbeheerder aangebracht. Hij moet dit binnen een redelijke termijn doen. Dit is nu 18 maanden voor kleinverbruikers en grootverbruikers die een aansluiting willen voor een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit of een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling.[11] Voor andere grootverbruikersaansluitingen is deze termijn flexibeler.[12] De Autoriteit Consument & Markt werkt aan en voorstel om de aansluittermijn te stellen op 40 maanden.[13]
Als ontwikkelaar van een windpark wil ik weten of de non-firm ATO is toegestaan en wat dit voor mij betekent
Conclusie
De non-firm ATO is momenteel formeel nog niet toegestaan. Er wordt gewerkt aan een wijziging van de regelgeving om non-firm ATOs in de toekomst juridisch te verankeren. Tot die tijd gedoogt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een non-firm ATO wanneer deze door de aangeslotene vrijwillig is aangegaan.
Uitgebreide onderbouwing
De non-firm ATO staat voor een aansluit- en transportovereenkomst waarbij het recht op transportcapaciteit niet is gegarandeerd. Het is aan de netbeheerder om te bepalen wanneer transport van elektriciteit toegestaan is. De non-firm ATO moet daarmee worden onderscheiden van het capaciteitsbeperkingscontract, dat precies omgekeerd werkt. Bij een capaciteitsbeperkingscontract bestaat namelijk wel een gegarandeerd recht op transportcapaciteit in de aansluit- en transportovereenkomst, maar wordt een aanvullend contract gesloten waarin de afnemer aangeeft het netgebruik tegen betaling door de netbeheerder in te perken.[14] Het verschil tussen de twee contractvormen is dat bij een capaciteitsbeperkingscontract vrijwillig wordt afgezien van een – in principe – gegarandeerd recht op transport. Bij een non-firm ATO bestaat er in de eerste plaats al geen gegarandeerd recht op transport.[15]
Op dit moment is een non-firm ATO formeel niet toegestaan. De Netcode elektriciteit bepaalt namelijk dat alle netgebruikers recht hebben op gegarandeerde transportcapaciteit.[16] De ACM wil de mogelijkheid wel in de Netcode elektriciteit gaan opnemen. Door Netbeheer Nederland is daartoe inmiddels een codewijzigingsvoorstel ingediend.[17] In afwachting van een definitieve codewijziging heeft de ACM aangegeven contracten met flexibele transportrechten wel te gedogen, onder de voorwaarde dat deelname aan een non-firm ATO gebeurt op vrijwillige basis.[18] De ACM verzoekt partijen de experimenten vooraf te melden.[19]
Daarnaast is er een codewijzigingsvoorstel ingediend om use-it-or-lose-it-contracten mogelijk te maken.[20] Beide zijn geregeld in een apart voorstel. Voor de codewijziging ten aanzien van use-it-or-lose-it-contracten is een consultatie gestart door de ACM.[21]
Het voorstel om de non-firm ATO in te voeren wordt alleen gedaan ten aanzien van grootverbruikers en wordt gezien als een mogelijkheid voor een aangeslotene om toch een aansluiting met transportrechten te verkrijgen in een gebied waar geen ruimte meer is voor een vast recht op transport.[22] Bovendien wordt een korting gegeven op het transporttarief. Dit zal worden bewerkstelligd door een aanpassing van de Tarievencode elektriciteit, waaraan een artikel 3.7.15 zal worden toegevoegd. Aan artikel 7.1 Netcode elektriciteit zullen drie leden worden toegevoegd die het afsluiten van een non-firm ATO mogelijk maken.
Zowel het capaciteitsbeperkingscontract als de non-firm ATO kunnen ook worden toegepast voor batterijen.[23] Bij ongecontroleerd gebruik kunnen batterijen een extra belasting van het net opleveren, terwijl zij anders netneutraal kunnen zijn of juist kunnen bijdragen aan het voorkomen van netcongestie.[24]
Als ontwikkelaar van een zon- en windpark wil ik gebruik maken van cable pooling
Conclusie
Cable pooling is in Nederland toegestaan voor combinaties van windparken en zonneweides op land met een gevraagde aansluitcapaciteit van meer dan 2 MVA. Een modelovereenkomst voor toepassing van cable pooling op energieopslag is gepubliceerd, maar deze mogelijkheid wordt in de regelgeving nog niet genoemd. Er is een oproep gedaan om cable pooling voor energieopslag expliciet te vermelden. Door cable pooling kan de netbelasting worden verminderd en kan meer opwekcapaciteit van duurzame energie op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Uitgebreide onderbouwing
Cable pooling is het aansluiten van meerdere energie-opwekkingsinstallaties op dezelfde aansluiting. In Nederland is cable pooling toegestaan voor combinaties van windparken en zonneweides op land met een gevraagde aansluitcapaciteit van meer dan 2 MVA op grond van artikel 1(7) Elektriciteitswet 1998, welk bij wetswijziging van 10 juni 2020 is ingevoegd.[25] Cable pooling voor installaties op zee wordt niet genoemd. Ook de mogelijkheid om cable pooling van wind- en zonneparken te combineren met opslag wordt wettelijk niet genoemd. Onlangs is door Invest-NL, Ventolines en Energy Storage NL wel de cable pooling-overeenkomst met energieopslag gepubliceerd.[26] Bijgaand is een oproep gedaan aan de rijksoverheid om te verduidelijken dat het wettelijke kader voor cable pooling ook kan worden toegepast voor opslag.[27] Op 17 januari 2023 is een amendement ter wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ingediend dat ervoor moet zorgen dat ook opslag- en conversie-installaties vallen onder artikel 1(7) Elektriciteitswet 1998.[28]
Het delen van een aansluiting op het elektriciteitsnet is in de eerste plaats in beeld gekomen door het gebrek aan netcapaciteit op het Nederlandse elektriciteitsnet. Door één aansluiting te delen, wordt efficiënter gebruik gemaakt van het stroomnet, en is er minder behoefte aan netcapaciteit. De piekbelasting van een aansluiting wordt bij opwekinstallaties voor wind en zon niet vaak gebruikt. Bovendien schijnt de zon minder als het veel waait en is het andersom zo dat het minder waait als de zon schijnt. Hierdoor vermindert de samenloop van piekmomenten voor zowel zonne- als windenergie.[29] De energie die verloren gaat door cable pooling wordt daardoor beperkt. Daarbij kunnen ook de kosten voor het onderhoud, beheer en aanleg van de aansluiting worden gedeeld. Als gevolg kan meer opwekcapaciteit van duurzame energie op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Als de eigendom van een zonne- en windpark in handen is van één persoon, is cable pooling relatief eenvoudig te realiseren. Zijn er meerdere eigenaren, dan wordt het complexer. Daarom heeft Firan voor deze situatie een checklist opgesteld die antwoord biedt op de vraag welke organisatorische, juridische en financiële elementen de partijen moeten regelen. Zo moeten er onder andere afspraken worden gemaakt over het terugregelen van de opwek als de gezamenlijke piek hoger is dan de capaciteit van de netaansluiting.[30]
Een ander juridisch voordeel van cable pooling bij meerdere eigenaars is dat gebruik kan worden gemaakt van de regeling meerdere leveranciers op één aansluiting (MLOEA).[31] Op basis van deze regeling kan voor aparte installaties een aparte leverancier worden gekozen (bijvoorbeeld één voor het huis en één voor de elektrische auto). Dit wordt bewerkstelligd door achter de aansluiting een extra allocatiepunt toe te kennen. Voorwaarde voor MLOEA is dat beide installaties zich op één onroerende zaak bevinden. De wettelijke verankering van cable pooling verzekert dat de wind- en zonneopwekinstallaties als één onroerend goed worden beschouwd, waardoor MLOEA mogelijk is. Voor toepassing van MLOEA blijft één partij juridisch gezien eigenaar van de aansluiting.
Bronnen
[1] P.R. Leopold, ’Transportplicht en aansluitplicht: strikt gescheiden regimes? Annotatie bij uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 november 2019 (O-I/Stedin)', Nederlands Tijschrift voor Energierecht, 2020, vol. 3, p. 133.
[2] Transport mag bij een gebrek aan capaciteit worden geweigerd: art. 24 Elektriciteitswet 1998.
[3] Art. 27(1) Elektriciteitswet 1998.
[4] Rechtbank Gelderland 25 juli 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:3667, ro. 4.6.
[5] Art. 27(2)(a) Elektriciteitswet 1998.
[6] Gerechtshof Den Haag 28 september 2021, ECLI:GHDHA:2021:1826, ro. 5.20.
[7] Art. 27(2)(d) Elektriciteitswet 1998.
[8] Art. 27(2)(d) Elektriciteitswet 1998; P.R. Leopold, ’Transportplicht en aansluitplicht: strikt gescheiden regimes? Annotatie bij uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 november 2019 (O-I/Stedin)', Nederlands Tijschrift voor Energierecht, 2020, vol. 3, p. 133.
[9] P.R. Leopold, ’Transportplicht en aansluitplicht: strikt gescheiden regimes? Annotatie bij uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 november 2019 (O-I/Stedin)', Nederlands Tijschrift voor Energierecht, 2020, vol. 3, p. 133.
[10] P.R. Leopold, ’Transportplicht en aansluitplicht: strikt gescheiden regimes? Annotatie bij uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 november 2019 (O-I/Stedin)', Nederlands Tijschrift voor Energierecht, 2020, vol. 3, p. 134.
[11] Art. 23(4) Elektriciteitswet 1998.
[12] Concl. A-G B.J. Drijber 23 oktober 2020, ECLI:NL:PHR:2020:987, onderdeel 3.5.
[13] CJEU, 3 December 2020, ECLI:EU:C:2020:984 (C-767/19); ACM, ’ Ontwerpbesluit codewijziging aansluittermijnen’ (ACM/UIT/573189).
[14] D. Duijnmayer, ‘Netbeheerders doen voorstel voor flexibele netinpassing van grootschalige batterijen’, Energeia 15 December 2022.
[15] ACM, Codewijzigingsvoorstel non-firm aansluit- en transportovereenokomst, 29 september 2022, p. 3.
[16] Art. 7.1(2) Netcode elektriciteit.
[17] ACM, Codewijzigingsvoorstel non-firm aansluit- en transportovereenokomst, 29 september 2022.
[18] D. Duijnmayer, ‘Netbeheerders doen voorstel voor flexibele netinpassing van grootschalige batterijen’, Energeia 15 December 2022.
[19] https://www.acm.nl/nl/publicaties/acm-start-consultatie-om-schaarse-transportcapaciteit-elektriciteit-beter-te-benutten; https://energeia.nl/energeia-artikel/40103828/acm-wil-alternatieve-contractvormen-voor-gebruik-van-elektriciteitsnet-mogelijk-maken.
[20] (?)ACM, Codewijzigingsvoorstel m.b.t. bepalen en wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen, 3 november 2022(?) à Waar staat de ‘lose-it’ in dit voorstel??
[21] ACM, Alternatieve transportrechten en use it or lose it. Consultatie (ACM/22/178980), 2022.
[22] ACM, Codewijzigingsvoorstel non-firm aansluit- en transportovereenokomst, 29 september 2022, p. 4.
[25] Kamerstukken II 2019/20, 35283, nr. 236, Wet van 10 juni 2020 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas).
[28] Kamerstukken II 2022/23, 35594, nr. 24.
[29] Golroodbari e.a., ‘Pooling the cable: A techno-economic feasibility study of integrating offshore floating photovoltaic solar technology within an offshore wind park’, Solar Energy 2021/219, p. 66.
[31] Netbeheer Nederland, Cable pooling. Update factsheet & verdieping. December 2020, 2020 (online, geraadpleegd op 14 maart 2023).