Netbeheerders kunnen helden worden. De energietransitie is misschien wel de grootste transitie in de geschiedenis van de mensheid met als credo “electrify everything”, en de netbeheerder zit in het centrum van de storm.
Tegelijkertijd zal de netbeheerder – anders dan vroeger – snel moeten veranderen. Het oude netwerk was één grote “koperen plaat” met passieve gebruikers en een paar fossiele centrales die zorgden voor continuïteit. Het nieuwe netwerk wordt een aaneenschakeling van autonome microgrids die elk hun eigen deelnetwerk stabiel houden met behulp van realtime aangestuurde batterijbuffers terwijl het bovenliggende netwerk zich toelegt op bulktransport van energie met een zo hoog mogelijke bezettingsgraad.
Met het snel goedkoper worden van batterijen en andere flex opties wordt het mogelijk om energie lokaal op te slaan en eerst te delen met de directe omgeving. In combinatie met de nog sneller toenemende processing power en datacommunicatie van inverters (die batterijen aansturen) gaat dit leiden tot wat de facto miljoenen microgrids zijn die lokaal het net in stand kunnen houden en de frequentie, voltage en overige power quality te garanderen.
Het is aan de netbeheerder om te zorgen dat al deze microgrids optimaal ingezet worden. Dat kan alleen niet door ze centralistisch stuk voor stuk aan te sturen. Dat is systeemtheoretisch onhandig, wiskundig onmogelijk en sociaal, psychologisch en juridisch onacceptabel. In plaats daarvan zwaait de netbeheerder (of toch iemand anders) de scepter over een systeem waarmee al die microgrids voortdurend zelf hun gedrag aanpassen om problemen op het net te voorkomen. Daarmee gaat het elektriciteitsnet meer lijken op het internet en minder op het analoge telefoonnetwerk van vroeger.
In de eerste plaats het delen van gegevens over de belasting van het netwerk met al die microgrids. Zowel bij het ontwerp van microgrids (zodat de microgrids bijvoorbeeld de juiste grootte batterij kopen) als bij het runnen ervan (zodat de microgrids weten wanneer er een leiding of trafo overbelast dreigt te gaan worden). Dat betekent dus ook dat het net meer dan nu bemeterd zal worden en dat de datakwaliteit nog meer aandacht krijgt.
Verder het vergoeden van microgrids voor het verminderen van de wachtrij en van netverzwaring als dit de maatschappelijke kosten verlaagt. Dat betekent dus ook dat de regelgever moet zorgen dat de netbeheerder hiervoor beloond wordt in plaats van deze vooral af te rekenen op uitvalminuten. De meest voor de hand liggende en best onderzochte methode plaatst een congestieprikkel bovenop de prikkel die er al is vanuit de energiehandel. Op de meeste momenten kan deze congestieprikkel nul zijn omdat de markt die er nu al is meestal een prikkel geeft die het net ontlast. Maar soms is dit niet zo. En die incidentele momenten zijn bijzonder waardevol om de wachtrij en netverzwarmingskosten te verminderen. Uiteraard verschilt de congestieprikkel van plaats tot plaats en moment tot moment en wordt zij nauwkeuriger naarmate zij korter van tevoren wordt bijgesteld.
Tenslotte het ontwikkelen van investeringsplannen die maximaal gebruik maken van realtime metingen, batterij-opslag en microgrids met grid-forming inverters.
The People’s Grid. Be part of it.